Shopping Cart

Geen producten in de winkelwagen

Spelgroepen en spelniveaus

Spelgroepen balk

Spelgroepen

De opleidingsweg tot het spel 6 tegen 6 verloopt via spelgroepen en spelniveaus. In het beste geval zal een kind de opeenvolgende spelgroepen doorlopen, startend in de spelgroep 1 tegen 1 om dan via de spelgroepen 2 – 2, 3 – 3 en 4 – 4 uiteindelijk te belanden in het 6 tegen 6 spel.
Zo krijgt het kind alle mogelijkheden om de nodige motorische, technische, tactische, mentale en sociale aspecten van het volleybalspel stap voor stap aan te leren, te ervaren en toe te passen in oefen- en spelsituaties.

spelgroepen tekening

Spelniveaus

tekening spelniveaus

Een voorwaarde om te kunnen leren is dat de oefen- en spelsituatie overeenkomt met het bekwaamheidsniveau van het kind.
Volleybal op maat van het kind.
Elke spelgroep is onderverdeeld in diverse spelniveaus die via kleine stappen stijgen in moeilijkheidsgraad. Zo evolueert het spel in de spelgroep 1 tegen 1 van vangen en werpen in niveau 1A tot directe toets of onderarms in niveau 1E.
Elk niveau heeft eigen doelstellingen die het kind op een progressieve wijze de mogelijkheid bieden om zich optimaal, op eigen tempo en op alle vlakken te ontwikkelen. Vanwege de verscheidenheid in het aanbod is de kans reëel dat de trainer of leerkracht het kind telkens in het juiste niveau kan plaatsen waardoor het snel progressie zal maken. Als gevolg van succesbeleving (“ ik kan de oefeningen uitvoeren”) zal het kind ook gemotiveerd blijven.
Zo wordt het kind – naadloos als het ware – geleid en begeleid naar de spelniveaus van de volgende spelgroep.

Nulspelvormen

nulspelvormen tekening

Deze vormen een aparte categorie in de volleybalopleiding omdat er in de opbouw vang- en werpcontacten zijn toegelaten.
De basisvorm (vorm 1) is te vergelijken met netbal: twee of drie spelers realiseren via driemaal vangen en werpen een spelopbouw.
De nulspelvormen zijn geïntegreerd in de jeugdcompetitie maar zijn vooral voor het onderwijs zeer geschikt. Bepaalde technieken, die voorlopig nog te moeilijk zijn, worden tijdelijk vervangen door vangen en werpen. Dankzij deze aanpassing kunnen kinderen sneller – eventueel in combinatie met spelvormen uit de spelgroep 1 tegen 1 – een collectieve spelvorm spelen, bijvoorbeeld 2 tegen 2.
Een bijkomend voordeel is dat, door aanpassing van het 1ste en/of 2de contact, de bal vaker over het net kan geslagen worden en dat is – vooral voor de jongens – een belangrijk mentaal gegeven omdat dit spel meer lijkt op het ‘echte’ volleybal.

Overzicht spelgroepen en spelniveaus

spelgroep 1 tegen 1
spelgroep 3 tegen 3
spelgroep 4 tegen 4
spelgroep 6 tegen 6